Asymmetrie met Tweede Kamer

De Eerste Kamer heeft niet dezelfde zetelverdeling als de Tweede Kamer. Dat komt door de volgende zaken:

  • Eerste Kamerverkiezingen vallen niet samen met Tweede Kamerverkiezingen, waardoor mensen vaak anders stemmen.
  • Mensen stemmen vaak op een andere partij bij de Provinciale Statenverkiezingen, want belangen op provinciaal niveau zijn vaak anders dan belangen op nationaal niveau.
  • Velen zullen helemaal niet stemmen, omdat ze niet weten wat de provincie doet, en ze ook niet weten dat ze hiermee indirect de Eerste Kamer verkiezen (opkomst bij de laatste Provinciale Statenverkiezingen was 49%, bij de laatste Tweede Kamerverkiezingen 75%).
  • Nederlanders die in het buitenland wonen kunnen niet stemmen voor de Provinciale Staten omdat ze niet in een provincie wonen, terwijl zij wel kunnen stemmen voor de Tweede Kamer.

Maar dan komt de grote vraag: wat is daar erg aan? Ik zal weer opsommen welke problemen ik zie.

  • De representativiteit gaat hard achteruit. Niet alleen kunnen mensen geen verschil maken in hun stemmen op nationaal en provinciaal niveau, maar vaak weten zij niet eens dat hun stem ook telt voor de Eerste Kamer, en stemmen ze dus anders of niet. Vooral voor de groep die helemaal niet gaat stemmen is dit erg, want vaak is dit juist de groep die hun stem hard moet laten horen (laagopgeleiden, mensen in de bijstand, allochtonen, etc.), maar nu is hun invloed op het democratisch proces dus aanzienlijk kleiner. Voor mensen die in het buitenland wonen geldt hetzelfde: als zij volledige stemrechten hebben voor de Tweede Kamer, waarom dan niet voor de Eerste Kamer? Dit is een ernstig democratisch tekort.
  • Beleid voeren wordt een stuk lastiger voor een kabinet zodra zij geen meerderheid hebben in de Eerste Kamer. Zelfs al heeft een meerderheid van de Nederlanders voor hun beleid gestemd tijdens de verkiezingen, kan het nog niet worden doorgevoerd omdat er nog verkiezingen moeten plaatsvinden voor de Eerste Kamer, of de zetelverdeling anders is doordat er andere mensen stemmen voor de Eerste Kamer. Het principe dat elke persoon evenveel invloed heeft op het democratisch proces wordt daarmee ondermijnd. Sommige mensen achten het een goed iets dat hierdoor nóg meer compromissen gesloten moeten worden, maar worden die niet al ontzettend veel gesloten in de Tweede Kamer? Uiteindelijk wordt het zo heel lastig om samenhangend beleid te voeren, en lijkt het meer op een consensus van alle politieke partijen in plaats van een coalitie. Doordat het democratische mandaat van de Tweede Kamer geen waarde lijkt te hebben, gaat ook de politieke tevredenheid erop achteruit.

Het is dus slecht voor samenhangend beleid, representativiteit en met dat laatste ook voor de politieke tevredenheid. En het beperkt de keuzevrijheid om nationale en provinciale belangen gescheiden te houden.