Laat de staat ook aandelen schrijven in plaats van alleen schuld.
Krediet voor het originele idee gaat naar Robert J. Shiller die het introduceert in zijn boek Macro Markets uit 1993 als TRILLS. Het idee van een TRILL is dat een land een aandeel in haarzelf (een aandeel in Nederland dus bijvoorbeeld) ter waarde van een biljoenste van het BBP uitgeeft (een biljoen is “a trillion” in het Engels, vandaar de naam TRILL.) Deze discussie is verder nooit aangezwengeld, al helemaal nooit in Europa, hieronder een uitleg waarom het toch ter debat gesteld moet worden.
Elk bedrijf ter wereld is betaald door middel van een combinatie van twee verschillende financiële goederen: aandelen en schuld. Er zijn enkele verschillen aan te merken, maar de twee meest voornaamste zijn dat een schuld gedwongen kan worden afgelost (we kijken uit het oogpunt van de lener, je kan altijd de bank je lopend tegoed of je lening laten opzeggen als je deze afbetaalt) en rente op een schuld gaat altijd voor dividend uitbetalen aan aandeelhouders (tenzij hierover wordt onderhandeld).
Op het moment dat een bedrijf aandelen uitgeeft verkoopt zij in essentie kleine stukjes van haarzelf, gaat het goed met het bedrijf dan worden deze aandelen meer waard en gaat het slecht met het bedrijf dan worden deze aandelen minder waard, het risico wordt dus gedeeld met de investeerder.
Op het moment dat een bedrijf schulden uitgeeft (i.e. geld leent) dan verkoopt zij een belofte later terug te betalen, gaat het goed met het bedrijf dan moet ze 5% van het geleende bedrag terugbetalen en gaat het slecht met het bedrijf dan moet ze 5% van het geleende bedrag terugbetalen, het risico blijft dus volledig bij het bedrijf. Hier staat tegenover dat de rente een aftrekpost is voor de belastingdienst en dat de winst die wordt gemaakt bovenop het verwachtte ook niet hoeft te worden gedeeld met de investeerder.
Binnen een groot bedrijf is er vaak een persoon of zelfs een hele afdeling die ervoor verantwoordelijk is dat er niet teveel schuld wordt aangenomen of teveel potentie goedkoop verkocht (aandelen verkopen voor projecten met weinig risico aan de onderkant), binnen landen en binnen de Europese Unie kijken we niet eens naar de optie en houden we al het risico bij het land, de burgers en de kinderen.
Ik pleit voor een systeem waarin landen een aandeel kunnen schrijven ter nominale waarde van een fractie van hun BBP. Dit aandeel kan gewoon verhandeld worden net als elk ander aandeel op de beurs. Op dit product moet dividend worden uitgekeerd, net als bij bedrijven mag er door het land zelf bepaald worden hoeveel dividend wordt uitgekeerd maar moet al het beloofde dividend ook uitgekeerd worden (i.e. niet terugkomen op beloftes). In tijden van economische voorspoed is het voor een land aantrekkelijk om dividend uit te keren zodat de waarde van het aandeel stijgt (de waarde van een aandeel staat gelijk aan de geldstromen die een investeerder verwacht te ontvangen); als de waarde van het aandeel stijgt kan een land namelijk meer geld ophalen door aandelen van dezelfde nominale waarde uit te keren. In tijden van economische tegenslag kiest een regering ervoor geen of weinig dividend uit te keren, in deze tijden zou een regering er zelfs voor kunnen kiezen zich te beroepen op patriottisme en haar bevolking te vragen aandelen te kopen tegen een meerprijs (zoals Amerika heeft gedaan met de beroemde oorlogsobligaties van WOII).
De bedoeling is dat door herstructurering van de financieringsstructuur van alle investeringen de overheid risico's kan spreiden over investeerders die hiervoor kiezen in plaats van ze neer te moeten leggen bij de belastingbetaler. Het moet ook mogelijk zijn om bestaande staatsschuld hiermee te herfinancieren.