Maakt van studie nog meer een economische investering die moet renderen

Even een wat moeilijker en principiëler argument, maar ik vind dit wel belangrijk. We zijn in Nederland en de (westerse) wereld al sinds de jaren '80 onder rationele stromingen als New Public Management en neokapitalisme volop bezig publieke goederen als economische eenheden te definiëren. Daar komt de gedachte van de minister van OCW uit voort dat 'de bakker niet voor de studie van de advocaat moet betalen', oftewel dat studeren een investering is in 'je eigen toekomst'. In de odskool PvdA-politiek was hoger onderwijs een manier om de massa te verheffen. Na een paar decennia begint dat verheffen eindelijk te lukken (steeds meer mensen studeren in het hoger onderwijs), maar wil men de rekening van dat verheffen ineens niet meer betalen. Nu wordt individueel profijt van een studie daarom afgezet tegen individuele kosten. Na het afschaffen van de basisbeurs en diverse maatregelen in de financiering van opleidingen (universiteiten en hogescholen worden gefinancierd o.b.v. aantallen studenten, diploma's en studiepunten), is het opdelen van een opleiding in aparte cursussen waarvoor apart betaald moet worden de volgende stap. Ik ben juist blij dat bínnen een opleiding er nog de 'ouderwetse' vrijheid was, waarin je extra vakken kon volgen en ook nog ruimte hebt je naast de studie te ontplooien. Deze economisering (zoals Jesse Klaver het misschien zou noemen) van de studie vind ik een slechte ontwikkeling. Collegegeld per vak lijkt op zichzelf misschien nog niet zo'n slecht idee, maar het is ook een salamitactiek: steeds meer moet ook bínnen een studie geëconomiseerd worden (al was het maar vanwege de publieke verantwoording over wat er met het onderwijsgeld gebeurt). En dat is een weg die we wat mij betreft niet moeten inslaan.