reactie

RELIGIE, POLITIEK, ECONOMIE: DE HEILIGE 3 ÉÉNHEID

Religie in alle vormen uitbannen zou de wereld zeker een stuk verdraagzamer maken. Maar verbieden is geen optie. Dan gaat het ondergronds zoals de geschiedenis leert. Want religies zijn al zo oud als de mensheid zelve en delen zelfs vele aspecten. Radicale vormen zijn helaas inherent doch pas actueel sinds de massa media technologie. Nu kunnen we het dagelijks volgen op elk moment van de dag. Maar is niet eens te vergelijken met de massamoord op de Zuid Amerikaanse volken ná Columbus en de slachting in Jeruzalem in de tijd van de kruisvaarders. Radicalisering ligt ook ten grondslag aan anti-semitisme. Wat we niet over het hoofd moeten zien is het feit dat geloof, politiek en economie altijd in één en dezelfde serpenten krocht tegen elkaar aan schurken. Altijd zo geweest. Het een steunt het ander op basis van quid pro quo. De hoogste autoriteit van een religie heeft een machtspositie. Politieke, economische, religieuze machten. Ze zoeken elkaar op uit gezamenlijk (eigen) belang tot er een conflict ontstaat en het wapengekletter begint. En dan staan er altijd Pizarro, Luther en Calvijn extremisten op die de strijdt aanvoeren. Godsdienst en wetenschap gaan niet door één deur. Vroeger niet en ook nu niet. ”Om kinderen kritisch te leren denken, beter te onderwijzen en zelf te laten beslissen wat ze geloven, zouden we het vak godsdienst expliciet neutraal en wetenschappelijk van aard moeten maken”. Een nobel streven. Maar kinderen onderwijzen over religie op wetenschappelijke basis is een illusie. Omdat die wetenschap geen eenduidige mening heeft. En hoeveel ongesubsidieerde geleerden zijn er nog? Praktisch ook onuitvoerbaar omdat de macht van religieuze partijen nog té groot is. ”Neutraal” is ook een goed punt. Maar in het kader van de grondwet even onuitvoerbaar. Tot slot; kinderen zijn kinderen van ouders. Als die al hun leven lang lijden onder de hersenspoeling van religie is er voor het kind pas een ontsnapping mogelijkheid in de pubertijd. En dan is het maar afwachten welk effect de religieuze oppressie heeft gehad in de opgroei fase. Dat is het moment waarop radicalisering kan ontstaan.