reactie

Dit is inderdaad een probleem dat ik ook zag met dit systeem in Nederland. Dit zogeheten 'spoiler effect', waarbij stemmen op een kleinere partij voordelig uitpakt voor de grote partij die je zeker niét wilt, zie je ook vaak in landen met een districtenstelsel. Voorbeelden:

Tijdens de Amerikaanse presidendentsverkiezingen in 2000, waar in de staat Florida zo'n 1,5% van de mensen op de Green Party stemde. De Democraat (Al Gore) en de Republikein (George W. Bush) hadden allebei ongeveer 48,8% van de stemmen, maar Bush net iets meer, met een marge van 0,009%, oftewel zo'n 500 stemmen. Doordat Al Gore stemmen had verloren aan de kandidaat van de Green Party had hij niet de meeste stemmen gekregen en won Bush de staat Florida, ondanks dat Al Gore waarschijnlijk populairder was geweest, en op nationaal niveau meer stemmen had gekregen.

Een ander voorbeeld is Belfast South, een districtszetel in de Britse House of Commons. Hier won de kandidaat van de SDLP met maar liefst 24,5%, gevolgd door kandidaten met 22,2%, 17,2%, 13,9%, 9,1%, 5,7% en 4,9%. Deze verkiezing was anders gelopen als de stemmen niet zo verdeeld waren geweest over de verschillende kandidaten, en meer dan 50% van de stemmen een vereiste was geweest voor verkozen worden.

In het gefragmenteerde politieke landschap dat wij hebben zouden dit soort problemen zich ook voordoen. Duitsland heeft hier minder last van omdat ze twee grote partijen hebben: de CDU en de SPD. Hier en daar zie je wel dat de hard-linkse Linke zo nu en dan de centrum-linkse SPD in de weg zit, maar over het algemeen leidt dat zelden tot echt disproportionele resultaten.

De vraag is: wat kunnen we hier aan doen? Een idee zou kunnen zijn om de top twee (of drie) kandidaten tegen elkaar een finale verkiezingsstrijd te laten houden. Top twee zou soms verkeerd uit kunnen pakken, als bijvoorbeeld de VVD en het CDA tegenover elkaar komen te staan. Dan geef je de mensen uiteindelijk alleen maar de keuze tussen (centrum-)rechts of nog rechtser, en dat is nauwelijks een keuze te noemen. De top drie zou misschien een beter alternatief zijn, zodat er in ieder geval nog een keuze bij zit die de mensen redelijk vinden, dus bijvoorbeeld VVD, CDA en PvdA, waarbij linkse mensen nog de PvdA als optie hebben. (Dan zou hier weer een top twee uit komen als geen enkele partij de drempel van 50% plus één van de stemmen haalt.) Het systeem van de top twee wordt gebruikt in het districtenstelsel van Frankrijk, en wordt ook wel het "tweerondensysteem" genoemd. Hierdoor krijg je wel ontzettend veel verkiezingen, en dat kan ook vermoeiend of tijdrovend worden waardoor mensen wegblijven. In mijn ogen zou het beste alternatief zijn dat kiezers niet stemmen op één kandidaat, maar een ranglijst maken. Een heel linkse stemmer zou bijvoorbeeld de SP op 1 kunnen zetten, GroenLinks op 2 en de PvdA op 3. Als geen enkele kandidaat dan een meerderheid haalt (50% plus één van de stemmen), wordt de kandidaat met de minste stemmen weggestreept en diens stemmen herverdeeld aan de hand van de tweede keuzes. Dat herhaal je dan totdat iemand de meerderheid wél heeft behaald. Het voordeel hiervan is dat keuzevrijheid niet wordt aangetast en stemmen op kleinere partijen niet verloren gaan. Het overduidelijke nadeel lijkt mij ook wel duidelijk: dit kiesstelsel is al niet zo simpel, en dit zou het niet eenvoudiger maken...

Ik hoor graag wat jullie denken dat hier een goede oplossing voor zou zijn!